Ik open de deur naar de gymzaal van ApenkooiGym Utrecht en stap in een speeltuin voor studenten. Overal gebeurt wat. Drie meisjes gooien een bal over, op volle gymbankjes wordt bijgekletst en er wordt in de rekken geklauterd. Tussen de adidasbroekjes, een Backstreetboyshirt en fluorescerende Rucanor-gympen zie ik de apparaten waar ik als turnster in mijn vroege tienerjaren moeiteloos mee uit de voeten kon. Ook de touwen, rekken en matten waren me niet vreemd. Vandaag zijn ze onderdeel van een basisschoolfavoriet onder de gymspelletjes: James Bond.
Ik kwam eigenlijk om te apenkooien. Al heb ik geen idee wat dat inhoudt, ik dacht eerlijk gezegd dat deze faciliteit een uit de hand gelopen grap was van de evenementenorganisatie Apenkooi. Maar van housemuziek en bier geen sprake.
De les wordt gegeven door een duo, gymjuf en meester uit Amsterdam. De gymleraar blaast op zijn fluitje en krijgt de zaal vol hyperactieve schijnbaar eerstejaarsstudenten even stil. Hij legt uit; het gymspel apenkooien is niet meer toegestaan op scholen omdat het te gevaarlijk zou zijn. Het is vervangen door ‘James Bond’. In dit valproof alternatief heeft het ene team de taak om de cocktails (pittenkussentjes) veilig naar de finish te brengen zonder geraakt te worden door een ballengooier uit het andere team. Onder de begeleiding van de gymleraars’ muziek-playlist gaan de teams over tot actie.
Ik probeer me te concentreren op de tactieken die mijn teamgenootjes bespreken. Op de achtergrond hoor ik ‘Let’s do it, ride it, my pony”, en ik stem in met een tactiek die ik niet heb meegekregen. “Team rood, we kunnen het. Kom op!”, roept een meisje met een bandje om haar voorhoofd. Wielrenners dragen dat ook, of Italiaanse voetbalspelers. Ze is fanatiek als een Olympisch kampioen, het roept in mij het rebelse kind naar boven. In de gymles deed ik vroeger expres mijn best niet als iemand zo graag wilde winnen.
De andere groep is ook bloedfanatiek en gooit wild ballen in het rond. Ik ren zonder enig plan als Woody Woodpecker langs de hindernissen. Soms word ik geraakt, soms niet. Ik snap volkomen dat deze begin twintigers glunderen van speltactieken en gymwedstrijdjes. Maar na een lange werkdag, en misschien ook wel na de dertig gepasseerd te zijn, is deze sportopzet mijlenver uit mijn comfortzone. Als ik net in Utrecht zou wonen en zou sidderen bij het idee van een testosteronfitnessschool, dan zou ik me hier prima kunnen vermaken.
Gymjuf en meester hebben net zo veel energie als de studenten. En met Outkast-hitjes op de achtergrond is stilstaan niet makkelijk. Bijzonder aan deze les is dat er na afloop nog een drankje gedaan wordt in een plaatselijke kroeg en herinneringen opgehaald kunnen worden, aan die verschrikkelijke leraar. Of aan het feit dat je altijd standaard als laatste gekozen werd. Ik heb het drankje overgeslagen, want ‘alcohol breekt je spieren af, zonde van de work-out’ (ik ben te oud hiervoor), maar ik weet zeker dat dit concept ook in Utrecht een dik succes wordt. Een leukere manier om nieuwe mensen te leren kennen tijdens je studie vind je niet gauw. En een sportievere sowieso niet. En dat biertje had ik dus toch nog kunnen krijgen.
Shinta is altijd op zoek naar nieuwe manieren om lichaam en geest te slijpen. Haar obsessie voor zelfverbetering zorgt voor een druk schema waarin yoga, zwemmen, vechtsporten, reizen en artikelen schrijven strijden om aandacht. Voor OneFit duikt ze diep in het Utrechtse lesaanbod én vist ze de meest opvallende lesjes uit de Amsterdamse OneFit-jungle.
if (has_tag() ) { ?> } ?>